
Auteur : Jan Bernaerts
Titre : Verdwenen ... maar niet spoorloos
Fiets- en wandeltocht langs verdwenen erfgoed in Schoten
uitgegeven door de Erfgoedraad van Schoten bij de Erfgoeddag van 2018
10. Culte Antoiniste
In de jaren '20 woonde er in Merksem een schippersgezin met een dochter die leed aan een ongeneeslijke ziekte. Via de binnenvaart kwamen zij in contact met de "Culte Antoiniste" uit Jemeppe, een religieuze beweging die in 1910 was opgericht door de mijnwerker Pierre Antoine.
Zijn leer was erop gericht om te “genezen” aan de hand van mediumachtige praktijken. Ook de dochter van de schipper zou genezen zijn in de hoofdtempel van de sekte. Uit dank beloofden de ouders om een soor bijtempel te openen in hun huis in Merksem. Maar al vlug werd de ruimte daar te klein en werd in de Verstraetenlei (nu Frans De Ceusterlei) in Schoten een tempel gebouwd. Deze werd op zondag 20 oktober 1929 door de echtgenote van de sekteleider "Mère Antoine” plechtig ingehuldigd; “Père Antoine" zelf was inmiddels al overleden.
Het interieur van de kerk was zeer sober; de harde houten banken waren wellicht een kastijding tijdens de lange lezingen. De enige versiering bestond uit een grote monumentale plaat vooraan, die in Schoten wel in het Nederlands was. Daaronder, dicht bij de katheder hingen dan de foto's van "Mère Antoine" en "Père Antoine”. Ook het blazoen van de Antoinisten mocht in geen enkele gebedsruimte ontbreken.
In het begin was er elke zondag om 10 u een lezing; later waren er in sommige periodes zelfs 4 tot 5 lezingen per week met eventuele raadpleging. Tijdens de lezingen werd er vooral voorgelezen uit het "dagboek” van Père Antoine waarin hij alle behandelingen en genezingen optekende. De beweging kende haar bloei vooral tijdens het interbellum; na het overlijden van Mère Antoine in 1941 begon dat stilaan af te nemen. Vanaf 1960 liepen ook het aantal diensten in Schoten terug tot er een definitief einde aan kwam in de jaren '70. In 2001 werd de tempel verkocht aan een gezin die er hun woonst van maakten. Momenteel herinnert alleen de gevel (die nog intact is) ons er nog aan dat er ooit een tempel gestaan heeft.
Bron: Jean-Paul De Roey, In de Verstraetenlei staat een kerk..., Scot: Tijdschrift van de vereniging voor Heemkunde Schoten, 39, 2012, nr 142 p. 70-84.
Traduction :
Dans les années 1920, une famille de mariniers dont la fille est atteinte d'une maladie incurable vit à Merksem. Grâce à leur contact dans la batellerie, ils ont fait connaissance avec le "Culte Antoiniste" de Jemeppe, un mouvement religieux fondé en 1910 par le mineur Pierre Antoine.
Ses enseignements visaient à "guérir" par des pratiques médiumniques. La fille du marinier aurait été guérie dans le temple principal de la secte. En guise de remerciement, les parents ont promis d'ouvrir un temple annexe dans leur maison à Merksem. Mais l'espace y est vite devenu trop petit et un temple a été construit dans la Verstraetenlei (aujourd'hui Frans De Ceusterlei) à Schoten. Celle-ci est inaugurée solennellement le dimanche 20 octobre 1929 par l'épouse du chef de la secte "Mère Antoine", le "Père Antoine" lui-même étant déjà décédé.
L'intérieur de l'église était très sobre ; les bancs en bois dur étaient probablement un châtiment pendant les longues conférences. La seule décoration consistait en une grande plaque monumentale à l'avant, qui, à Schoten, était en néerlandais. En dessous, près du pupitre, sont accrochées les photos de la "Mère Antoine" et du "Père Antoine". L'emblème des Antoinistes ne devait manquer dans aucune salle de prière.
Au début, il y avait une conférence tous les dimanches à 10 heures ; plus tard, à certaines périodes, il y avait même 4 ou 5 conférences par semaine avec possibilité de consultation. Pendant les conférences, les lectures étaient principalement tirées du "journal" du Père Antoine, dans lequel il notait tous les traitements et les guérisons. Le mouvement a surtout prospéré pendant l'entre-deux-guerres ; après la mort de Mère Antoine en 1941, il a commencé à décliner. À partir de 1960, le nombre de services à Schoten a également diminué jusqu'à ce qu'il prenne fin dans les années 1970. En 2001, le temple a été vendu à une famille qui en a fait sa maison. Actuellement, seule la façade (qui est encore intacte) nous rappelle qu'il y avait autrefois un temple ici.
Le livre reproduit dans la même mauvaise qualité une photo de l’intérieur du temple.