-
Eglise Antoiniste te Luik (belgiumview.com)
Eglise Antoiniste te LIEGE 1 / LUIK
(rue Hors Château 17)Frits Schetsken: 'In 1846 wordt in Jemeppe-sur-Meuse mijnwerkerszoon Louis Antoine geboren. Eerst verloopt zijn leven als dat van vele anderen: hij wordt net als zijn vader mijnwerker, daarna gaat hij als metaalarbeider aan de slag. Maar Louis is een denker, die zich als autodidact telkens weer levensvragen stelt waarop hij dan een antwoord tracht te formuleren, eerst binnen het katholicisme, daarna meer en meer in het spiritisme. Uiteindelijk wordt hij medium en staat al snel bekend als iemand met bijzondere genezende krachten. Enkele jaren voor zijn dood in 1912 werkt Louis een geheel eigen doctrine uit, het Antoinisme. Hij ontkent het bestaan van het kwade en van de materie, meent dat de mens zich bewust moet worden van zijn spirituele aard om via reïncarnaties tot zijn oorspronkelijke goddelijke staat terug te keren.
Zijn volgelingen, de antoinisten, zijn tolerant voor andere godsdiensten en belijden hun geloof in een zestigtal tempels, vooral in Wallonië en Noord- Frankrijk. Hun voorgangers kunnen zowel mannen als vrouwen zijn. In de praktijk verlopen samenkomsten in stilte. De Vader - zoals de voorganger wordt genoemd - draait zich om, is verzonken in gebed. Alles wordt bij de antoinisten in stilte gegeven, want Liefde kent geen woorden, omdat er eengezindheid is. Na afloop van dit sobere gebeuren zijn de gelovigen genezen of geholpen.
Naast deze Luikse tempel van de Culte Antoiniste aan de Rue Hors Château 17 nabij de Montagne de Bueren zijn er onder meer ook tempels in Spa aan de Rue du Père Antoine 2 en in La Louvière aan de Rue de l'Olive 33.'
Source : http://www.belgiumview.com/belgiumview/tl1/view0001259.php4
Traduction :
En 1846, Louis Antoine, fils de mineur, est né à Jemeppe-sur-Meuse. Au début, sa vie ressemble à celle de beaucoup d'autres : comme son père, il devient mineur, puis métallurgiste. Mais Louis est un penseur, qui se pose, comme un autodidacte, sans cesse des questions sur la vie et tente d'y trouver des réponses, d'abord dans le catholicisme, puis de plus en plus dans le spiritisme. Il finit par devenir médium et est bientôt connu comme une personne dotée d'extraordinaires pouvoirs de guérison. Quelques années avant sa mort en 1912, Louis développe sa propre doctrine, l'Antoinisme. Il niait l'existence du mal et de la matière et pensait que l'homme devait prendre conscience de sa nature spirituelle afin de retrouver son état divin originel par le biais de réincarnations.
Ses adeptes, les Antoinistes, sont tolérants envers les autres religions et pratiquent leur foi dans une soixantaine de temples, principalement en Wallonie et dans le nord de la France. Leurs ministres peuvent être des hommes ou des femmes. Dans la pratique, les réunions se déroulent en silence. Le Père – comme on appelle le chef du culte – se retourne et s'absorbe dans la prière. Tout avec les antoinistes se donne en silence, parce que l'Amour ne connaît pas de mots, parce qu'il y a unanimité. Au terme de cet événement sobre, les fidèles sont guéris ou aidés.
Outre ce temple liégeois du Culte Antoiniste au 17 rue Hors Château près de la Montagne de Bueren, il existe également des temples à Spa au 2 rue du Père Antoine et à La Louvière au 33 rue de l'Olive.
-
Commentaires