Een sektehoofd gestorven - Antoine, de gebedsgenezer in het Walenland, die zich „le père Antoine” liet noemen en een soort van eigen godsdienstje gesticht had, is overleden. De 62-jarige „mère Antoine” zal de zaak op denzelfden voet voortzetten in den „tempel” der Antoinister bij het station van Jemeppe.
    Louis Antoine was uit arme ouders te Mons Crotteux (prov. Luik) in 1846 geboren. Hij was de jongste van elf kinderen en ging op 12-jariger leeftijd met zijn vader in de mijnen werken. Later werd hij metaalbewerker, arbeidde eenige jaren in Duitschland en Russisch Polen en vestig de zich later, gehuwd en vrij gefortuneerd, te Jemeppe. Zijn eenig kind stierf op 20-jarigen leeftijd. Op 42-jarigen leeftijd liet hij het Katholicisme los om zich aan het spiritisme te wijden. Nauwelijk kunnende lezen of schrijven, stichtte hij zes jaren geleden het „Nieuw Spiritisme”, beweerde zieken te kunnen genezen en werd twemaal vervolgd wegens onbevoegd uitoefenen der geneeskunst. Uit België, Frankrijk, Duitschland en Ned.-Limburg stroomden de goedgeloovigen naar hem toe. Hunne offers en de opbrengst der tijdschriften, die hij op een zelfgestichte drukkerij uitgaf, brachten hem heelwat op.

 Limburger koerier, 26 juin 1912

Traduction :

    Un chef de secte est mort - Antoine, le guérisseur de la région wallonne, qui s'était laissé appeler "le père Antoine" et avait fondé sa propre petite religion, est mort. La "mère Antoine", âgée de 62 ans, poursuivra l'activité en même temps dans le "temple" des Antoinistes près de la gare de Jemeppe.
    Louis Antoine est né de parents pauvres à Mons Crotteux (prov. Liège) en 1846. Il était le plus jeune de onze enfants et est allé travailler avec son père dans la mine à l'âge de 12 ans. Plus tard, il devient métallurgiste, travaille pendant quelques années en Allemagne et en Pologne russe, puis, marié et assez riche, s'installe à Jemeppe. Son unique enfant est mort à l'âge de 20 ans. A 42 ans, il abandonne le catholicisme pour se consacrer au spiritisme. À peine capable de lire ou d'écrire, il a fondé il y a six ans le "Nouveau Spiritisme", prétendait pouvoir guérir les malades et a été poursuivi deux fois pour exercice illégal de la médecine. Des gens crédules affluent vers lui en provenance de Belgique, de France, d'Allemagne et du Limbourg néerlandais. Des dons et les recettes des revues, qu'il publiait dans une imprimerie de sa propre initiative, lui apportaient beaucoup.

Courrier du Limbourg, 26 juin 1912